Hoe diep de indruk is, die de renaissancemeester Albrecht Dürer had op de Europese grafische kunst van zijn tijd kun je zien aan de kopergravure door zijn landgenoot Heinrich Aldegrever. Als lid van de groep van Kleine Duitse Meesters, die deze naam hadden verdiend door hun nauwgezette gravures in miniatuur, ontwierp hij zijn motieven stilistisch en formeel in de traditie van Dürer en modelleerde hij zelfs zijn signatuur naar zijn grote voorbeeld. Zijn serie kopergravures zijn een iconografische spiegel van de renaissance, neigend naar systematisering en een innerlijke (en morele) orde scheppend in categorieën van omvang en aantallen. Aldegrever’s Jaloezie (Invidia), een prent in een cyclus van allegorische afbeeldingen van de zeven doodzonden (toen en nu als tegenwicht van de zeven deugden) is gebaseerd op het bijbelse numerieke symbolisme en de Christelijke morele metafoor. De theologische en morele betekenis van de kopergravures wordt uitgedrukt in het rijke symbolisme, dat de negatieve aard illustreert van de afgebeelde personificatie: de onzedige pose van Jaloezie op de rug van een monster, de verstrengelde slang op de vlaggenstok en de schorpioen op het wapenschld (dit zijn dieren, die - net als de zonde - de mensheid vergiftigen), de vleermuis als een symbool van blindheid of zelfbedrog veroorzaakt door jaloezie enzovoort...




Jaloezie
gravure • 105 x 65 mm