Deze tekening werd gemaakt voor het schijngedicht van Alexander Pope, genaamd De Verkrachting van de Lok. Het laat de scène zien waarin Umbriel, een ondeugende kabouter, de Grot van Spleen in gaat. Hij moet daar een zak met zuchten en een fles met tranen vinden om Belinda te troosten. Zij is ongelukkig omdat een lok van haar haar is afgeknipt.
In de sfeer van Art Nouveau is deze scène sierlijk uitgevoerd met veel bloemen, krullen, uitgebreide kostuums en een algehele decadentie. Beardsley gebruikt de afstand en dichtheid van de lijnen om gemiddelde waarden te creëren tussen het zwart en het wit. De richting van de lijnen is ook essentieel in het creëren van een hectische- en tumultueuze omgeving en beweging in de tekening. Sterker nog, het aanvallende gebruik van de lijnen suggereert de onbeduidendheid van Belinda's ene verloren haarlok. Eén haarlok zou gemakkelijk verloren kunnen gaan in deze wereld met lang haar en zo veel lijnen.
De Cave van Spleen is ook een weerspiegeling van Beardsley's fascinatie met het mythische en het groteske. Dit was de prominente fase waar hij op dat moment doorheen ging. Zoals hij eens schreef: "Ik zie alles op een groteske manier. Als ik naar het theater ga, bijvoorbeeld, dan vormen de dingen zich voor mijn ogen net als ik ze teken. De mensen op het podium, de voetlichten, de vreemde gezichten en de kleding van het publiek in de boxen en rijen; ze lijken voor mij allemaal vreemd en raar. Dingen hebben altijd indruk op mij gemaakt op deze manier."