Jonge Ridder in een Landschap is een van de vroegste voorbeelden van een portret ten voeten uit in de Europese schilderkunst. Het doek, gesigneerd en gedateerd door Carpaccio op een cartellino rechts van de figuur, werd tot 1919 toegeschreven aan Dürer. Een aantal hypothesen zijn opgesteld over de identiteit van de figuur. Het motto Malo mori quam foedari (beter te sterven dan ontheiligd worden), aangebracht naast een wezel met een korte staart, suggereert dat hij een ridder van orde van de hermelijn kan zijn geweest. Dat was een ridderorde uit de 14e en 15e eeuw in het hertogdom Bretagne (de hermelijn is het embleem van Bretagne. De meest breedgedragen mening is echter, dat de ridder Francesco Maria della Rovere is geweest, 3e hertog van de Italiaanse stad Urbino. Er is iets nogal verontrustends aan de jonge ridder, gekleed in harnas op het punt zijn zwaard te trekken, en het landschap waarin hij is geplaatst met zijn nauwgezet uitgevoerde flora en fauna met toespelingen op goed en kwaad.




Jonge Ridder in een landschap
olieverf op doek • 218.5 x 151.5 cm