De vermelding in de Angelsaksische Kroniek voor het jaar 793 was inderdaad grimmig:
" ....verschrikkelijke voortekens kwamen over het land Northumbria..dit waren immense bliksemschichten en men zag vurige draken vliegend door de lucht". Hetgeen volgt zou Engeland onherstelbaar transformeren.
Op 8 januari 793 kwamen de Vikingen aan op de kusten van Lindisfarne, een klein eiland voor het Noord-Engelse koninkrijk Northumbria. Het beroemde klooster dat daar in 630 gebouwd werd, werd verwoest, de kerk geplunderd en de monniken afgeslacht. Ondanks herhaalde aanvallen gedurende de daarop volgende halve eeuw, hield de monnikengemeenschap stand en was deze niet bereid haar stichtingsplaats te verlaten. Echter de komst van de gevreesde koning Halfdan met een grote vloot schepen en een indrukwekkend leger aan de monding van de Tyne-rivier in de laat-9de eeuw deed hun van gedachten veranderen. Ervan overuigd dat het klooster nu voor eens en altijd zou vernietigd worden door het heidense leger, verzamelde Biscchop Eardwulf van Lindisfarne de overgebleven kloosterlingen en kloosterschatten en verliet het eiland. Meer dan een eeuw later leidde een visioen de monniken naar Durham alwaar de gemeenschap stilaan terug haar huis oprichtte en nog belangrijker, haar reputatie.
De Lindisfarne Steen werd aan de voorkant van het klooster ontdekt en was waarschijnlijk een grafsteen waarvan geleerden vermoeden dat zij de Vikingaanval van 793 uitbeeldt. Eén zijde van de steen toont een grote groep gewapende mannen die de wapens hoog in de lucht houden. Aan de andere zijde is waarschijnlijk Het Laatste Oordeel het onderwerp: de voorstelling laat hemellichamen, biddende handen en een kruis zien. De Lindisfarne Steen is mogelijks opgericht om een of meerdere slachtoffers van de 8ste-eeuwse inval te herdenken. Tegenwoordig is de steen te vinden in de collectie van de Lindisfarne Priory op Holy Island, beschermd door de English Heritage.
-Stephanie