Deze stralende godin van de liefde wordt omlijst door een ovaal, die een grot symboliseert. Haar afbeelding doet denken aan personificaties van de wind en de zee die typisch in oude Romeinse sarcofagen werden gegraveerd. Hoewel Koloman Moser een graad in schilderkunst aan de Weense Academie had behaald, was het pas toen hij in 1907 de Wiener Werkstätte verliet dat hij zich voor het eerst aan het medium wijdde. Dit was niet alleen een verandering in artistieke discipline; in feite zag de kunstenaar zijn draai naar de schilderkunst als een roeping die hij vastberaden moest volgen. Zijn geschriften over compositie en kleurverhoudingen getuigden van zijn onvermoeibare zoektocht naar duidelijke picturale expressie. In 1904 organiseerde Koloman Moser een grote tentoonstelling in de Weense Secession voor Ferdinand Hodler. Het was een show die een fundamentele rol speelde in de opkomst van Hodler tot internationale bekendheid. Later, in 1907, maakte Moser een intensieve studie van de kunst van Hodler, wat al snel in zijn schilderstijl tot uiting zou komen. Hij vond zijn eigen benadering van kleur met behulp van onrealistische toonwaarden en toverde daarmee zijn eigen interessante harmonieën op. Daarnaast gebruikte hij verschillende structuren in de verschillende delen van het beeld, waardoor de strikt formele compositie werd verzacht.


Venus in de grot
olieverf op canvas • 62,7 x 75,5 cm