Het vinden van Mozes by Lawrence Alma-Tadema - 1904 - 136.7 by 213.4 cm Het vinden van Mozes by Lawrence Alma-Tadema - 1904 - 136.7 by 213.4 cm

Het vinden van Mozes

olieverf op doek • 136.7 by 213.4 cm
  • Lawrence Alma-Tadema - 8 januari 1836 - 25 juni 1912 Lawrence Alma-Tadema 1904

Op deze dag in 1836 werd de Nederlandse schilder Lawrence Alma-Tadema, die speciaal Brits staatsburgerschap had, geboren. Deze schilder van klassieke onderwerpen werd beroemd vanwege zijn afbeeldingen van de luxe en decadentie van het Romeinse Rijk, met zwoele figuren geplaatst in fantastische marmeren interieuren tegen de achtergrond van een betoverende blauwe mediteraanse zee en lucht. Hoewel hij gedurende zijn hele leven werd bewonderd voor zijn tekenkunst en afbeeldingen van de klassieke oudheid, viel zijn werk in onmin na zijn dood, en het is slechts sinds de zestiger jaren dat zijn werk opnieuw word gewaardeerd voor de belangrijke rol die het speelde binnen de negentiende eeuwse Engelse kunst.

In November 1902 verliet Lawrence Alma-Tadema, 66 jaar oud, Londen voor een expeditie naar Egypte. De reden was de opening van de Aswan Dam op 10 December 1902. Hij schilderde Het Vinden van Mozes voor de ingenieur die de Dam had gebouwd, zijn werk verzamelde en ook zijn gastheer was in Egypte - Sir John Aird.

Het onderwerp 'Het vinden van Mozes' komt uit Exodus 2. De dochter van de Farao, begeleid door haar dienstmeiden op weg naar de oever van de rivier om zichzelf te wassen ontwaart een 'ark', "en toen zij hem opende, zag zij een kind; en, ziet de baby huilt. En ze voelde compassie voor hem, en zei 'Dit is één van de Hebreeuwse kinderen'" (2:5-6). In de versen die volgen geeft de Farao's dochter het kind weg aan haar dienstmeid totdat het volgroeid kon worden teruggebracht en "hij haar zoon werd. En ze hem de naam Mozes gaf" (2:10).

Alma-Tadema neemt dit alom bekende Bijbelse verhaal en bouwt de verhaallijn uit in deze grootse compositie. Mozes zou nooit zo trots langs de Nijl zijn gedragen door een gevolg van meiden, slaven en priesters als het weggeborgen was geweest bij een dienstmeid. De algemene stemming is er één van viering, met gelijke delen religieuse processie en opzichtige parade. Verheven op haar koninklijke stoel, gekleed in koninklijke tooi, neemt de farao's dochter een prominente plaats in binnen de compositie. Haar glimlach suggereert verbijstering dat de mand een kind bevat. Binnen het beeldvlak neemt zij een centrale plaats in - misschien omdat het Aird's eigen dochter was die als zitter fungeerde voor de Farao's dochter. Het opnemen van zoveel begeleidende figuren veroorloofde de kunstenaar om vele van zijn favoriete (hoewel niet altijd etnografisch correcte) modellen van eerdere meesterwerken een plaats te geven: de dienstmeiden, van olijfhuidige exotische schoonheden met glanzende donkere vlechten tot meer familiaire lichthuidige, strokleurige blondines; de mannelijke bedienden met hun donkere complexie vergelijkbaar met de romeinse slaven in de kunstenaars eerdere werken Een Exedra en De Beeldengallerij (beide uit 1869); en de priesters, hun hoofden kaalgeschoren en gekleed in witte draperieën als symbool van hun purificatie.

Het schilderij werd in 2010 geveild voor USD 35.922.500,-