Op dit ogenblik loopt er in het Rijksmuseum te Amsterdam een belangrijke tentoonstelling met de titel Slavernij. 10 waargebeurde verhalen. In deze expo focust het museum voor de eerste maal op slavernij in de Nederlandse koloniale periode. Deze periode overspant 250 jaar en maakt deel uit van de Nederlandse geschiedenis. Het was een tijd waarin mensen herleid werden tot een bezitting, tot een product, tot posten in de boekhouding. De expositie vertelt tien waargebeurde verhalen over mensen die op de een of andere manier met slavernij te maken hadden.
In het begin van de 18e eeuw schreef de weduwe Magdalena Boxel-van Gerle een praktische gids om nieuwkomers in Suriname te helpen grond te ontwikkelen: Aanwijzigingen voor plantage-onderneming in Suriname . Na het overlijden van haar echtgenoot kwam ze in het bezit van de Boxel-suikerplantage die tot 1709 aan de Surinamerivier lag.
Boxel-van Gelre begint haar gids met het volgende advies: "Een nieuwe plantage ontwikkelen is een moeilijke en dure aangelegenheid – in het begin met nieuwe en onervaren slaven is het haast onmogelijk voor nieuwkomers, maar met oude getrainde slaven gaat het goed genoeg." Maar zelfs voor tot slaaf gemaakte ervaren arbeiders was de ontginning van het land, waarmee de opzet van een plantage begon, een van de meest uitputtende opgaven. Brede kanalen en smalle loopgraven, die dienden als drainage en transport voor gewassen, werden gegraven in de bakkende zon met niet meer dan een schop. Het is geen toeval dat volgens de mondelinge overlevering van de Marrons dergelijke graafwerken (en het tweejaarlijkse baggerwerk) nog altijd wordt gezien als een van de belangrijkste redenen die er waren om een plantage te onvluchten.
Wij kunnen dit verhaal met jullie delen dank zij het Rijksmuseum.
PS Mocht je ooit het Rijksmuseum gaan bezoeken, vergeet dan zeker niet naar de gewéldige Nachtwacht te gaan kijken. Hier vind je 15 aspecten ervan die je zéker moet weten!