Na het afronden van zijn opleiding aan de Academie van Antwerpen, beoefende Emile Claus tien jaar lang een conventioneel, sociaal geïnspireerd realisme. Vanaf 1883 hield hij er een eigen atelier op na in het dorp Astene, in de buurt van Gent. Daar woonde hij ook in de loop der jaren. De opvattingen van Claude Monet en zijn collega's, waarvan hij het werk in Parijs had gezien, en zijn eigen voorliefde voor het schilderen en plein air, mondden rond 1890 uit in een stijl waarin hij realisme en impressionisme combineerde. In 1904 stichtte hij, samen met enkele gelijkgezinden, het genootschap Vie en Lumière. Omdat de leden zich voornamelijk richtten op het vastleggen van lichteffecten, werden zij door kunstcritici luministen genoemd. Deze beweging was de laatste belangrijke stroming binnen het impressionisme in België. Gedurende de Eerste Wereldoorlog was Emile Claus uitgeweken naar Londen, waar hij talloze gezichten op de Theems schilderde. Net als William Turner en Claude Monet (maar minder vergaand in het laten vervagen van vormen en minder subtiel) besteedde hij bijzondere aandacht aan de breking van het licht in de Londense vochtige atmosfeer en mist.
We presenteren het werk van vandaag met dank aan de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België.
PS Bekijk de schitterende collectie van de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België aan de hand van deze hoogtepunten. <3
PPS Het impressionisme was buitengewoon belangrijk voor kunstenaars in het begin van de 20e eeuw. Je kunt meer te weten komen over deze stroming met onze Mega Impressionism Course.