Vincent van Gogh schilderde dit werk kort nadat hij was ontslagen uit het ziekenhuis, waar hij herstelde van de ellendige laatste dagen waarin Paul Gauguin bij hem verbleef in Arles. In een lange brief aan zijn broer Theo (23 januari 1889) schrijft hij dat hij dit schilderij aan het maken is en vermeldt hij ook verschillende andere zaken, waaronder de noodzaak om geld te verdienen met de verkoop van schilderijen. Hij had wellicht de kunsthandel op het oog toen hij dit stilleven schilderde.
Van Gogh voelde zich duidelijk aangetrokken tot de vormen en kleuren van de citrusvruchten in de rieten mand. Van Gogh zegt in zijn brief dat dit schilderij een "chique uitstraling" heeft, misschien omdat hij de blauwe tuinhandschoenen eraan heeft toegevoegd. De kunstenaar heeft zich veel moeite getroost om de bobbelige wasachtige schil van de verschillende vruchten, de stekelige begroeiing van de takken en het slappe materiaal van de versleten handschoenen weer te geven. Hierbij geeft hij blijk van een buitengewoon origineel kleurgevoel en een bijzonder expressief gebruik van de verf.